De affaire Klaus-Ross veroorzaakte in Duitsland lang niet zoveel ophef als hier. Reden? Duitsers houden van hun alternatieve genezers en geloven er heilig in. Ze zijn bovendien ontevreden over de reguliere
gezondheidszorg. Daarover schrijft Slechts 34 procent van onze oosterburen noemt de zorg in hun land 'uitstekend' of 'zeer goed'. Ter vergelijking: in Nederland heeft ruim twee derde (zeer) veel vertrouwen in de zorg. De Duitse onvrede heeft er toe geleid dat de alternatieve geneeskunde 'booming' is zo concludeerde Der Spiegel enkele jaren geleden al. Jaarlijks wordt er 9 miljard euro verdiend in de alternatieve zorgmarkt. Bijna de helft van dat bedrag wordt vergoed door de verzekeraar. De helft van alle Duitsers bezoekt in zijn leven minstens eenmaal een alternatieve behandelaar, 57 procent heeft weleens een homeopathisch middel gebruikt. Er zijn talloze alternatieve genezers zoals Klaus Ross, die zei kanker te kunnen genezen met glucoseblokkers en vitamines. Begin augustus werd duidelijk dat er zeker twee
Nederlanders na zijn behandeling zijn overleden. Dat kon gebeuren, omdat natuurgenezers in Duitsland veel mogen. De wet die dat bepaalt dateert nog uit 1939. Ross kon daardoor zonder enige oefening overal injecties zetten. 'Heilpraktiker' als hij hoeven slechts een meerkeuzetest af te leggen en een mondeling examen te doen bij een arts. Deze tests gaan voornamelijk over kennis van het menselijk lichaam. Het levert een getuigschrift op zonder dat een opleiding nodig is. De kans dat de wetgeving strenger wordt is klein. "Natuurgenezers zijn bij veel hogeropgeleiden en liberalen geliefd", zegt Anoush Mueller die het boek Un-Heilpraktiker' schreef. Een groot deel van de patiënten zijn bovendien vrouw en tussen 30 en 44 jaar oud, een groep die politici met oog op de landelijke verkiezingen volgend jaar niet graag tegen zich krijgen. "Het is niet voor niets dat het sinds de jaren vijftig nog nooit is gelukt de wet te veranderen."