Elke dag worden vrouwen geconfronteerd met dunne modellen in de media. Vaak wordt geroepen dat dit schoonheidsideaal bijdraagt aan het ontwikkelen van eetstoornissen in de Westerse cultuur. Maar uit een nieuw onderzoek van de Michigan State University blijkt dat we de media niet volledig als schuldigen kunnen aanwijzen. Dun willen zijn blijkt voor een deel genetisch bepaald te zijn. Het onderzoek werd uitgevoerd op tweelingen. Eeneiige tweelingen hebben voor 100 procent dezelfde
genen, terwijl twee-eiige tweelingen maar 50 procent van hun genen delen. Bij 343 vrouwelijke tweelingen tussen de 12 en 22 werd gemeten in hoeverre zij wilden lijken op modellen uit tijdschriften of filmsterren. Als was vastgesteld in hoeverre zij dun zijn als ideaal zagen, werden de eeneiige tweelingen vergeleken met de twee-eiige tweelingen. De identieke tweelingen bleken veel vaker hetzelfde over het dunne ideaalbeeld te denken dan twee-eiige tweelingen. De wens om aan het ideaalbeeld te voldoen bleek voor 43 procent erfelijk bepaald te zijn. Bijna de helft van de reden waarom we dun willen zijn zit dus in onze genen.