Een slimme onderwijzer doet op verslag van de manier waarop hij zijn klas leerde wat schoon is en wat bacterien doen. Hij had 3 boterhammen. 2 deed hij met handschoenen aan in een plastic zakje en sloot die zakjes af. De derde boterham ging de klas door. Alle kinderen kregen hem even in hun handen. Daarna ging ook die boterham in een afgesloten plastic zakje. Daarna konden de kinderen zien wat er gebeurde. Met de 2 'schone' boterhammen niks. Maar de derde kreeg in de dagen die volgde alle kleuren van de regenboog.