De
hersenen van angstige mensen verschillen van die van mensen zonder angststoornissen, zo blijkt uit een in Israël. Het mechanisme van 'overgeneralisatie' was al bekend. Mensen en dieren reageren met
angst op stressvolle stimuli of potentiële gevaren. Dat is ook functioneel. Als je geen angst voelt bij het zien van een naderende vrachtwagen terwijl je een straat oversteekt, vermindert dat je overlevingskansen. Overgeneralisatie houdt in dat je niet alleen met angst reageert op potentieel gevaarlijke stimuli, maar ook op neutrale stimuli. Angstpatiënten kunnen geen onderscheid maken tussen gevaarlijke en niet-gevaarlijke situaties. Zij reageren op beiden met angst. In een aantal recente studie kwamen de onderzoekers tot soortgelijke conclusies. Ook de auditieve waarneming (het gehoor) verschilt bij angstpatiënten van die van mensen zonder angststoornissen. Als de deelnemers aan een experiment een onderscheid moesten maken tussen verschillende geluiden kunnen angstige mensen dit onderscheid niet maken. Een groep angstige mensen werd getraind om drie verschillende tonen te associëren met geld verliezen, geld krijgen of geen gevolgen. Daarna werd hen gevraagd om naar vijftien verschillende geluiden te luisteren en aan te geven welke geluiden ze tijdens de training hadden gehoord. Als ze het juist hadden, werden ze met geld beloond. Angstige mensen associeerden nieuwe geluiden vaker met de eerder gehoorde geluiden, in het bijzonder bij geluiden die een emotionele respons opriepen (geld krijgen of verliezen). Daardoor brachten zij meer geluiden in verband met winst of verlies en presteerden zij slechter op de test dan niet-angstige mensen. In de nieuwe studie keken de onderzoekers door middel van fMRIs naar de activiteit van de hersenen. Zij stelden vast dat er bij angstige mensen tijdens het experiment sprake was van een toegenomen activiteit in de amygdala en de primaire cortex in vergelijking met niet-angstige mensen. Dit effect treedt dus ook op in een relatief veilige omgeving (de onderzoeksruimte) en bij ongevaarlijke stimuli (geld). Het vermogen van de hersenen om zich aan te passen aan de omgeving wordt door wetenschappers ' Maar er is nog hoop: door middel van therapieën, met name cognitieve gedragstherapie, kunnen angstige mensen dat onderscheid wel leren maken.