Goudgeel, glad, zoet en peperduur; of harig, groen en friszuur? De supermarktschappen liggen vol met zowel groene als gele (gold) kiwi's. Welke van de twee is de meest gezonde optie? En wat zijn nu precies de verschillen? Tijd om het uit te zoeken.
Kiwihistorie
De groene kiwi is voor velen de klassieker: een harige, bruine schil en frisgroen vruchtvlees, ook wel bekend als Actinidia deliciosa. Oorspronkelijk komt deze vrucht uit China, maar hier was de plant niet zo populair als in Nieuw-Zeeland. Pas daar begon de commerciële teelt die de kiwi wereldwijd tot een succes maakte. De gouden variant, met zijn gladde schil en zoetere smaak, kwam pas veel later op het toneel – rond de millenniumwisseling rolde dit snoepje voor het eerst in Nederland over de toonbank.
Kiwi Gold
Met zijn gladde schil en zoetere smaak is de gouden kiwi niet alleen arbeidsintensiever om te kweken, maar ook zeldzamer. Dit exclusieve karakter zie je direct terug in de prijs: de gele kiwi is vaak flink duurder dan zijn groene tegenhanger.
Vitamine C
Laat je niet misleiden door de zoete smaak van de gele kiwi: dat maakt ‘m niet minder gezond. Integendeel! Eén kiwi per dag en je zit direct aan je aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine C – en dan zelfs nog een stuk daarboven. Met een indrukwekkende 152 mg vitamine C per gele kiwi wint hij het ruimschoots van de groene variant, die 'slechts' 88 mg bevat. Ter vergelijking: sinaasappels vallen in het niet bij deze vitaminebom (50 mg per 100 gram).
Vezelkampioen
Toch is de groene kiwi in bepaalde facetten ook beter dan zijn luxe tegenhanger. Waar de gele kiwi uitblinkt in vitamines, is de groene variant koning als het gaat om voedingsvezels. Heb je last van verstopping? Dan is deze kiwi jouw beste vriend. Dankzij het hoge vezelgehalte werkt hij namelijk laxerend en verlicht hij de constipatie.
Met huid en haar
Wil je écht het meeste uit je kiwi halen? Choqueer dan je omgeving en eet 'm met schil! Na het wassen kun je gewoon je tanden in de schil zetten voor een extra vezelboost.