Veel ouders vinden het heel erg als hun peuter onbedaarlijk boos is als er anderen bij zijn. Daar sta je dan, in de supermarkt, met je kind razend op de grond. Andere ouders snappen het meestal wel: hun Japie heeft net zo gedaan.
Boosheid bij peuters is normaal. Hun hersenen zijn nog volop in ontwikkeling, en ze kunnen hun gevoelens vaak nog niet onder woorden brengen. Dat zorgt voor frustratie — en dus voor driftbuien.
Laat merken dat je je kind begrijpt. Zeg iets als: "Ik zie dat je boos bent omdat je het speeltje niet mocht." Daarmee help je je kind emoties te herkennen én te benoemen.
Boos zijn mag, maar agressie niet. Wees duidelijk: “Je mag boos zijn, maar je mag niet slaan.” Zo leert je kind wat wel en niet oké is.
Als jij begint te schreeuwen, voed je de chaos. Blijf rustig, adem diep in, en geef het goede voorbeeld. Je laat zo zien hoe je met sterke emoties kunt omgaan.
Gebruik rustige momenten om met je kind te praten over gevoelens. Leer samen nieuwe woorden zoals “teleurgesteld”, “gefrustreerd” of “jaloers”. Dit vergroot hun emotionele woordenschat en voorkomt toekomstige uitbarstingen.