In VPRO’s Tegenlicht zag ik een documentaire over de mislukte pogingen om Ahmed Marcouch gekozen te krijgen tot PvdA-lijsttrekker van het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart. Het was een intrigerende uitzending, die meer vragen opriep dan oploste.
Wie niet had geweten dat het over een politieke partij ging, zou vermoedelijk hebben gedacht dat hij zat te kijken naar een aflevering van een serie over een maffiafamilie. Er werd door mannen veel op schouders geklopt en er werd ook in armen gesloten. En er waren vrouwen, die met vuur hun loyaliteit kenbaar maakten, zoals alleen vrouwen dat kunnen. De protegé van de Big Boss had verloren, maar de familie zou zich over hem ontfermen. Hoe hij dat ooit zou terugbetalen, daarover zou later worden beslist.
Big Boss zei zelf geen woord, maar was voortdurend op de achtergrond aanwezig. Het onderhouden van de contacten liet hij over aan zijn lievelingszoon. Die sprak soms met protegé af in een café , waar iets werd besproken dat wij niet mochten horen. Na afloop van het gesprek kwam de zoon van Big Boss naar buiten, liep naar een grote auto en ging achterin zitten. Vervolgens gaf hij zijn chauffeur het teken om weg te rijden. Protegé bleef dan eenzaam achter in de regen.
Er was nog iets dat helemaal klopte met de levenswijze van de Soprano’s. Wie bij de Soprano’s een fout heeft gemaakt, denkt dat hij – bij uitzondering – nog één kans krijgt om zijn solidariteit met de familie te bewijzen. Hij moet dan een of andere opdracht vervullen, die hem meestal brengt op plaatsen, van waaruit de familie opereert. Degenen die hij opzoekt, moet de man gunstig zien te stemmen, allemaal in de hoop dat hij weer in de gratie zal komen bij de familie.
Diezelfde rondtocht zag je Marcouch ondernemen. Hij liep eenzaam door winderige straten, bezocht af een toe een buurtwinkel waar hij iemand op de schouders sloeg, en dan haastte hij zich weer de duisternis in, want er was geen tijd te verliezen.