WAT ALS DE EUROCRISIS VOORBIJ IS? Drie jaar leven we nu al met de eurocrisis en hij is nog steeds niet voorbij. Weliswaar is er enige ontspanning opgetreden sinds Mario Draghi gezegd heeft dat de Europese Centrale Bank alles zal doen wat binnen haar mandaat ligt om de euro te verdedigen, met de verzekering dat dit afdoende zal zijn. Maar geen mens durft met zekerheid te zeggen dat de bodem al is bereikt.
Als de Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble uitspreekt dat het ergste achter ons ligt, komt Angela Merkel een paar dagen later vertellen dat ook 2013 weer een heel moeilijk jaar gaat worden. Bij de bondskanselier lijkt het nooit op te houden met motregenen, zij heeft altijd een paraplu bij zich.
Zolang als de Koude Oorlog duurt de eurocrisis nog niet, maar er lijkt wel een zekere gewenning op te treden. Ooit schuilde West-Europa comfortabel onder de Amerikaanse veiligheidsparaplu en werd de prijs van de Koude Oorlog door Oost-Europa betaald. Nu lijkt vooral Zuid-Europa de duimschroeven te worden aangedraaid, en zitten wij in Noord-Europa nog betrekkelijk
safe. Niet dat het een prettig idee is met al die begrotingsafgronden om ons heen, maar de wereld zal echt niet vergaan als ze er in Athene, Rome, Brussel, of Washington niet uitkomen.
De staatsschulden tikken gewoon door, en zoals het bommetje thuis tikt, tikt het nergens. Het is dat besef van vijf voor twaalf dat tot actie maant, maar wie eenmaal ontdekt dat de wereld verschillende tijdzones heeft en dat de klok straks overal weer twaalf uur slaat, laat zich niet zo snel meer gek maken en begrijpt dat er ook nog leven is nadat de alarmbellen zijn afgegaan. In de geldwereld is er altijd een doorstart. Met de nucleaire afschrikking konden we dat risico niet nemen, die was echt onverbiddelijk.
Toch was de Koude Oorlog met de val van de Berlijnse Muur ineens over, wat niet alleen een gevoel van vrijheid gaf (in Oost-Europa), maar ook een gevoel van verdwenen houvast (in West-Europa). Zou dat met de eurocrisis ook zo gaan? Je zou het soms wel denken.
Telkens als er enige ontspanning optreedt of de Noord-Europese landen bereid lijken om 'ongelimiteerd' voor de Zuid-Europese probleemlanden in te staan, treden er aarzelingen in en wordt er gewaarschuwd dat de crisis nog lang niet voorbij is. Angela Merkel speelt dat spel meesterlijk. Want als het crisisbesef verslapt, verslapt ook de urgentie bij de Zuid-Europeanen om hun economieën te hervormen.
Hoe lang dit spel gespeeld kan worden, weet niemand. Maar ik denk dat 2013 het laatste jaar is waarin dit nog geloofwaardig kan worden gedaan. Drie jaar geleden liet Onno Ruding al weten dat in dit jaar alle mechanismen om de eurocrisis te bestrijden op hun plaats moeten staan, en
Europa lijkt een eind op weg.
Als er bij de verkiezingen in Italië (in februari) en Duitsland (in september) geen al te gekke dingen gebeuren, haalt de euro gewoon volgens plan 2014, een historisch zwaarbeladen jaar, omdat het dan precies honderd jaar geleden is dat de Doomsday Machine van de Eerste Wereldoorlog in werking trad. Als de Europese leiders zo'n catastrofe met de euro weten te voorkomen, hebben zij – achteraf gezien – briljant werk afgeleverd.
De vraag is: wat dan? De eurocrisis was de laatste drie jaar het enige houvast dat we hadden en het zal wennen zijn als die er niet meer is. De kans dat Europa dan alsnog uit elkaar valt, bij gebrek aan een gemeenschappelijk crisisproject, moet niet worden onderschat. Het grootste gevaar dreigt als iedereen gaat denken dat het gevaar geweken is. Maar dat dachten onheilsprofeten ook toen de Berlijnse Muur viel en het met de 'eeuwige vrede' van de Koude Oorlog gedaan leek. Laten we ons daaraan vastklampen.
Met Europa gaat het beter dan u denkt. U moet het alleen niet te vaak hardop zeggen, zeker in niet in zo'n ongeluksjaar als 2013, want dan maakt u slapende beren wakker.