Decennia voor de wereld echt beseft dat er een ramp dreigt, schrijft een Amerikaanse wetenschapper een memo aan president Jimmy Carter met precies die boodschap. Er gebeurde...niets.
In jul 1977 was Jimmy Carter nog maar zeven maanden president, maar hij stond al bekend als iemand die oog had voor milieuproblemen,
zo begint Britse krant The Guardian. Zo liet hij bijvoorbeeld zonnepanelen op het Witte Huis leggen en kondigde hij een nationaal plan aan voor groene energie.
Briljant wetenschapperToen kreeg hij die bewuste memo op zijn bureau met de omineuze titel 'CO2-uitstoot en de kans op catastrofale klimaatverandering'. Schrijver was Frank Press, Carters wetenschapsadviseur en een gerenommeerde geofysicus die eerder onder meer voor NASA werkte. Zijn omgeving noemde hem 'briljant'.
Wat hij schreef: 'De verbranding van fossiele brandstoffen is in de laatste honderd jaar exponentieel toegenomen. Het gevolg is dat de concentratie CO2 in de atmosfeer nu 12 procent boven het pre-industrieel niveau ligt en in de komende zestig jaar zal groeien tot nog 1,5 tot 2 keer dit niveau. Vanwege het broeikaseffect van CO2 in de atmosfeer zal de toegenomen concentratie leiden tot een wereldwijde opwarming van 0,5 tot 5 graden Celsius.'
En hij kreeg gelijk. In 2021 bereikte het CO2-niveau in de atmosfeer voor het eerst 420PPM (parts per million). Daarmee zijn we halverwege de verdubbeling van de hoeveelheid CO2 ten opzichte van pre-industrieel niveau, die Press omschreef.
Mislukte oogstenWat hij ook al schrijft: 'Het mogelijke effect op het milieu van zo'n snelle klimaatfluctuatie kan catastrofaal zijn en vraagt om een effectonderzoek van een ongeëvenaard belang en complexiteit. Een snelle klimaatverandering kan leiden tot mislukte oogsten op grote schaal in een tijd waarin een groeiende wereldbevolking de landbouw zal oprekken tot de limieten van zijn productiviteit.'
Ook dat is al deels werkelijkheid geworden: extreme weersomstandigheden en natuurrampen hebben overal op de wereld oogsten verpest. Dus wat gebeurde er met de memo? Amerika's eerste klimaatminister, Jim Schlesinger, las de onheilstijding nog voor de president hem onder ogen kreeg. Zijn reactie: 'Mijn mening is dat de gevolgen voor beleid op dit onderwerp nog te onzeker zijn om presidentiële betrokkenheid en beleidsinitiatieven te rechtvaardigen.'
Carter, die daarna de memo las, lijkt het advies van Schlesinger op te volgen en doet gedurende zijn presidentschap weinig om klimaatverandering tegen te gaan. Had hij aan kunnen blijven dan was het misschien anders gelopen. Maar hij werd in 1981 opgevolgd door Ronald Reagan, die direct bij zijn aantreden de zonnepanelen weer liet verwijderen van het Witte Huis.