In Verdroging van de Nederlandse natuur: bijna een halve eeuw goed onderzoek en falende politiek gaat zijn beschuldigende vinger − en die van twee collega’s − vooral naar beleidsmakers die al die jaren boeren te veel pleziertjes doen. ‘Terwijl de droogteschade aan de natuur door toedoen van de landbouw al in 1980 werd beschreven.’
Witte beschrijft hoe boeren, die tweederde van het landoppervlak van Nederland beheren, op twee manieren worden gematst. Met eerst in het natte voorjaar een lage grondwaterstand en snelle afwatering. En vervolgens mogen ze, paradoxaal genoeg, als al dat water weg is in de zomermaanden hun blije gang gaan met grondwaterpompen en sproei-installaties.