Het is een trieste aanblik: van de 270 walvissen die gisteren voor de kust van Tasmanië vast kwamen te zitten op zandbanken is al een derde overleden. 'Een walvissenkerkhof', zo omschrijven de onderzoekers de situatie.
Het gaat vermoedelijk om grienden, na orka's de grootste dolfijnensoort. Ze zitten op drie verschillende plekken vast bij het Australische eiland. Volgens een schatting van de specialisten, die de dieren proberen te redden, is een derde al gestorven.
Het gaat nog dagen duren om de nog levende vissen uit het ondiepe water weer verder in zee te krijgen. "Triage wordt hier heel belangrijk", vertelt natuurbioloog Kris Carlyon aan de
Sydney Morning Herald. "We zullen ons eerst moeten richten op de dieren met de beste overlevingskansen."
Ook zijn sommige dieren simpelweg te groot om te verplaatsen. "We zullen ons ook moeten focussen op de dieren die we daadwerkelijk kunnen verplaatsen, want sommige walvissen zijn mogelijk te groot voor ons." Een griend kan wel 7 meter lang worden en 3000 kilo wegen.
Vanessa Pirotta, walvissendeskundige aan de Macquarie Universiteit in Sydney, zegt dat veel dieren nog te horen zijn, maar twijfelt aan het succes van de reddingsoperatie. "Een van mijn grootste zorgen is dat bevrijde dieren die zijn teruggekeerd naar zee zich omdraaien en opnieuw stranden."
Hulptroepen proberen walvis weer in zee te krijgen.
Foto: Brodie Weeding
Een derde van de walvissen is al overleden.
Foto: Brodie Weeding