Deze wetenschapper heeft een risicovol plan om de aarde te koelen. Er is groeiende interesse

Klimaat, natuur en milieu
vrijdag, 02 augustus 2024 om 6:42
shutterstock 380254078
Het wordt almaar heter en het is zeer de vraag of maatregelen tegen uistoot van fossiele brandstof op tijd komen: steeds grotere gebieden zijn nu al bijna onleefbaar. Er is een groeiend aantal wetenschappers dat een andere weg kiest. David Keith, een vooraanstaand klimaatwetenschapper aan de Universiteit van Chicago, heeft een controversieel plan ontwikkeld om de opwarming van de aarde tegen te gaan door middel van zonne-geoengineering. Volgens The New York Times omvat zijn voorstel het injecteren van sulfaatdeeltjes in de stratosfeer om zonlicht te reflecteren, een techniek geïnspireerd door het koelende effect van vulkaanuitbarstingen.
Zonne-geoengineering, ook bekend als solar radiation management (SRM), omvat technieken om de aarde te koelen door zonnestraling terug te kaatsen naar de ruimte. De twee belangrijkste benaderingen die worden onderzocht zijn stratosferische aerosolinjectie (SAI) en marine cloud brightening (MCB). SAI beoogt sulfaatdeeltjes in de stratosfeer te injecteren, terwijl MCB zich richt op het verhogen van de reflectiviteit van wolken boven oceanen. Deze methoden zijn geïnspireerd door natuurlijke fenomenen zoals vulkaanuitbarstingen, die tijdelijke koelende effecten op het klimaat kunnen hebben,
David Keith's Plan
Het plan van Keith omvat het gebruik van speciaal ontworpen vliegtuigen om miljoenen tonnen sulfaten in de stratosfeer te injecteren, waardoor een klein percentage van het inkomende zonlicht wordt gereflecteerd en de aarde afkoelt. Deze techniek is geïnspireerd door de uitbarsting van de vulkaan Mount Pinatubo in 1991, die leidde tot een daling van ongeveer één graad Fahrenheit in de gemiddelde temperaturen van het noordelijk halfrond in het daaropvolgende jaar. Keith benadrukt dat dit een aanvullende maatregel zou zijn naast agressievere inspanningen voor het verminderen van broeikasgasemissies en koolstofdioxide-verwijdering.
Zonne-geoengineering, ook bekend als solar radiation management (SRM), omvat technieken om de aarde te koelen door zonnestraling terug te kaatsen naar de ruimte. De twee belangrijkste benaderingen die worden onderzocht zijn stratosferische aerosolinjectie (SAI) en marine cloud brightening (MCB). SAI beoogt sulfaatdeeltjes in de stratosfeer te injecteren, terwijl MCB zich richt op het verhogen van de reflectiviteit van wolken boven oceanen. Deze methoden zijn geïnspireerd door natuurlijke fenomenen zoals vulkaanuitbarstingen, die tijdelijke koelende effecten op het klimaat kunnen hebben
Voordelen en risico's
De potentiële voordelen van zonne-geoengineering omvatten een snelle temperatuurdaling en relatief lage kosten in vergelijking met andere klimaatmitigatie-strategieën. Echter, de risico's zijn aanzienlijk en omvatten:
  • Ongewenste milieueffecten zoals veranderingen in neerslagpatronen en mogelijke ozonafbraak
  • Geopolitieke spanningen door eenzijdige implementatie door landen
  • Het 'morele gevaar' dat aandacht voor emissiereductie vermindert
  • Onbekende langetermijneffecten op ecosystemen en biodiversiteit
Experts zoals Frank Keutsch waarschuwen dat de methode alleen symptomen behandelt en niet de oorzaak van klimaatverandering aanpakt. Bovendien bestaat er bezorgdheid over 'termination shock' - snelle opwarming als de technologie plotseling zou stoppen.
Huidige Stand van Onderzoek
Ondanks de groeiende belangstelling blijft zonne-geoengineering een controversieel en grotendeels ongetest gebied. Wetenschappers zoals David Keith pleiten voor verder onderzoek en kleinschalige experimenten om de haalbaarheid en veiligheid te evalueren.De Universiteit van Chicago heeft onlangs een Climate Systems Engineering Initiative opgericht, geleid door Keith, dat tot $100 miljoen kan kosten en 10 voltijdse faculteitsleden zal aannemen. Dit initiatief weerspiegelt een verschuiving in de academische wereld naar meer gestructureerd onderzoek naar geoengineering, ondanks aanhoudende ethische en politieke uitdagingen.