Er zwemmen dolfijnen in de baaien van Malta, in Venetië zie je de bodem weer van de kanalen en de lucht in het normaal gesproken zo smerige Milaan is schoner dan ooit. De natuur, die zich herstelt, is misschien wel het belangrijkste lichtpuntje in deze coronacrisis. Helaas valt dat nu ook nog tegen.
Enkele weken geleden nam aardobservatiesatelliet Sentinel-5P een sterke verbetering waar van de luchtkwaliteit boven Europa. Er was veel minder NOx (stikstofoxide) in de lucht, een belangrijke vervuiler door wegverkeer. Ook in Nederland klaarde de lucht op, klonk het toen. Onderzoekers van onder meer het RIVM constateren op basis van grondstations echter iets anders: De lucht in de straten wordt nauwelijks schoner. In meerdere Duitse steden worden zelfs de Europese normen voor luchtkwaliteit overschreden.
Hoe kan dat? De observatiesatelliet meet de complete luchtlaag. "Die wordt misschien schoner, aan de grond hoeft de lucht dan nog niet op te knappen," zegt onderzoeker luchtkwaliteit Joost Wesseling van het RIVM in de Volkskrant. "Maar als de afname van het verkeer langer duurt, zal de hoeveelheid NOx met 10 tot 20 procent dalen."
Dat de luchtkwaliteit nog altijd matig te noemen is, komt onder andere door een sterke oostenwind, die vervuilde lucht uit Oost-Europa mee neemt. Daar draaien de kolencentrales rustig door en wordt er veel op hout gestookt. Hoe langer er wordt gemeten, hoe meer er gecorrigeerd zal worden voor dergelijke weersinvloeden, denkt het RIVM.