Columniste Hyat drinkt geen wijn, want niet halal. In een verbaasde column over Nederlanders & drank vertelt ze dat Marokkanen vaak (ook) geen maat kunnen houden. "Marokkanen drinken geen beschaafd glaasje wijn, die gaan meteen voor het echte werk." Zij dus maar niet. Maar ze zag hoe de rest van de mensen met drank omgaat. "Zo viel ik in m'n studententijd midden in de corporale zuipcultuur waarbij om iedere kater en elke dronkemansactie joviaal werd gelachen. Een gebroken tand, een verloren sleutelbos, een gemist tentamen, het deerde allemaal niet, want het was een mooie avond geweest en man o man wat hadden we gelachen. Ik had het ook een mooie avond gevonden en m'n buikspieren strak gelachen, alleen kwam ik met alle tanden en sleutels thuis om de volgende ochtend fris en fruitig aan een nieuwe dag te beginnen. Maar goed, dacht ik, dit hoort kennelijk bij de studententijd." En dat ging in latere jaren gewoon door: Nederland is na vijven collectief beschonken. "Voor mij als buitenstaander is de vanzelfsprekende acceptatie, soms zelfs adoratie van alcohol, onbegrijpelijk. De last die wij er als samenleving door dragen, is verbluffend groot. Als ik in mijn praktijk alle geweldsmisdrijven, verkeerszaken en verslavinggerelateerde vermogensdelicten zou wegstrepen die verband houden met alcohol, zou ik bijna geen werk meer hebben. De rechtbank zou half leegstaan. En ziekenhuizen misschien ook. Toch blijft een drankje iets gezelligs hebben, iets dat je met smaak tot je neemt in een duur restaurant of met samengeknepen ogen op een zonnig terras. Datzelfde doen we niet met cocaïne, dan is het ineens strafbaar. Is dat niet even giftig en verslavend?" Eén keer nam een een slokje; omdat een vriendin haar witte wijn als hemels omschreef. "Ik nam een slok terwijl ze me met ingehouden adem aankeek. 'Hè get', zei ik, 'het smaakt naar bedorven druiven met een scheutje spiritus.'"
Bron(nen): Volkskrant