Zowel bij de aanslag in Stockholm als die in Berlijn was de dader een afgewezen asielzoeker. Twee hoogleraren leggen in Trouw uit wat deze groep extra kwetsbaar maakt voor radicalisering. Als je kijkt naar radicalisering in landen als Frankrijk, Duitsland, Zweden en ook Nederland, dan zie je dat sociaal isolement een van de grote oorzaken is, stelt hoogleraar Jean Tillie van de Universiteit van Amsterdam, die onderzoek doet naar het onderwerp. "Het gebrek aan vrienden leidt tot radicalisering én criminalisering," aldus Tillie. Vaak blijken terreurdaders na een isolement een criminele geschiedenis te hebben opgebouwd, die de drempel tot terreur afvlakt. De hoogleraar ziet wel een oplossing. "Uitgeprocedeerde asielzoekers moeten contact houden met gevluchte landgenoten, maar ook met vertegenwoordigers uit de Nederlandse maatschappij. Zo krijgen ze in ieder geval niet het gevoel dat ze worden buitengesloten.” Bijzonder hoogleraar radicalisering-studies Bertjan Doosje van de Universiteit van Amsterdam is het met hem eens. Ook hij stelt dat het 'buitengesloten voelen', 'geen zinvolle bijdrage meer kunnen leveren', en 'een wantrouwen naar de overheid' mensen juist gevoelig maakt voor radicale propaganda. "Als je asielzoekers binnenboord houdt, voorkom je dat ze van de illegaliteit in de radicaliteit belanden."
Bron(nen): Trouw