De cyberoorlog tussen de Verenigde Staten en Iran is een nieuwe fase ingegaan met de massale aanvallen op de online betalingssystemen van Amerikaanse banken, die de afgelopen weken zijn uitgevoerd. Op zich zijn zulke aanvallen niet nieuw, maar sinds kort vinden ze plaats vanuit gehackte datacentra (de zogenoemde 'clouds'), waardoor ze enorm aan kracht hebben gewonnen. Amerikaanse computerveiligheidsdeskundigen tasten nog in het duister als het gaat om de vraag hoe de hackers erin zijn geslaagd deze datacentra binnen te dringen, maar zijn er zeker van dat hier sprake is van aanvallen door een staat en niet door individuele kwaadwillenden. "De Amerikaanse regering twijfelt er niet aan dat Iran achter deze aanvallen zit,” zegt James A. Lewis (zie foto) van het Centrum voor Strategische en Internationale Studies in Washington. Een groep hackers die zichzelf Izz ad-Din al-Qassam Cyber Fighters noemt heeft de verantwoordelijkheid voor de aanvallen opgeëist, als vergelding voor een anti-islamvideo waarin de spot werd gedreven met de profeet Mohammed. Maar volgens Amerikaanse inlichtingenfunctionarissen is de groep in feite een dekmantel voor Iran. De aanvallen zouden een vergelding zijn voor de westerse sancties tegen dat land en voor een serie cyberaanvallen op de computersystemen van Iran. De afgelopen drie jaar hebben drie virussen, die door de Verenigde Staten en Israel zouden zijn ontwikkeld, veel schade aangericht en onder meer de centrifuges uitgeschakeld in een uraniumverrijkingsfabriek in Natanz.
Bron(nen): New York Times