Hoe cruciaal de eerste fase van de coronapandemie is geweest, blijkt uit een berekening van de Britse wetenschapper James Annan. Één week eerder in lockdown zou volgens hem alleen al in het Verenigd Koninkrijk 30.000 mensenlevens hebben gespaard.
Doordat premier Boris Johnson het virus in het begin niet zo serieus nam (tot hij zelf ziek werd) was het Verenigd Koninkrijk rijkelijk laat met het instellen van een lockdown. Zou het land zeven dagen eerder op slot zijn gegaan dan zou het dodental net als in Duitsland rond de 8.000 liggen.
James Annan van Blue Skies Research schrijft verder in zijn blog: "Het zou ook hebben geleid tot een kortere, goedkopere en minder schadelijke lockdown economisch gezien. Dit is vrij simpele statistiek waarvan experts ook toen al op de hoogte waren."
Dr. Kit Yates, die wiskundige biologie doceert aan de universiteit van Bath zegt in The Telegraph: "In de eerste stadia van een epidemie groeit het aantal besmettingen exponentieel. Dit betekent dat zelfs een kleine verandering in de besmettingsgraad of het tijdstip van interventies een groot verschil kan maken.
Het is duidelijk dat als we eerder in lockdown waren gegaan, we de verspreiding sneller hadden gestopt. Dan zouden er minder besmettingen en dus minder doden zijn geweest. Ook zou de epidemie eerder onder controle zijn geweest, waardoor de maatregelen ook weer sneller konden worden versoepeld."