De Nederlandse Europarlementariër (GroenLinks) vertelt over de invloed van de voedsellobby op de Europese politiek. Toen hij voorstelde om voedingsmiddelen een rood, oranje of groen etiket te geven, zodat direct te zien is of een product gezond is of niet, was de lobby gigantisch. ''Mijn mailbox stroomde vol
industrie. En die lobby won!” zegt Eickhout tegen . Hij wordt er soms “cynisch van hoe politici zich voor het karretje laten spannen”. Vooral de boerenlobby is sterk. “Lobbyisten voor industriële, monoculturele landbouw strooien foldertjes met boeren op een tractor in de Alpen. Dat werkt bij politici opvallend goed. De lobby weet het sentiment te raken.” Maar ook de lobby van ngo's heeft veel macht, zoals die tegen genetisch gemodificeerde gewassen, zegt Europarlementariër Jan Huitema (VVD). “Greenpeace roept in de publieke opinie ‘Frankensteinfood’, en dat heeft groot effect. Daardoor gaat de politieke discussie niet over wetenschap of feiten. Dat is erg.” Het punt is dat die wetenschap steeds vaker als lobbymiddel wordt ingezet, stelt van Corporate Europe Observatory, een ngo die de lobby van het bedrijfsleven in Brussel onderzoekt. Ze noemt de dubbele pet van de Europese voedselveiligheidsdienst (EFSA) als voorbeeld. De EFSA controleert onder meer de veiligheid van E-nummers en genetisch gemodificeerde gewassen. Dat doet de organisatie veelal op basis van wetenschappelijke onderzoeken die de industrie zelf aanlevert. De experts die die onderzoeken toetsen, werken er vaak vrijwillig. Daarnaast doen ze onderzoek aan de universiteit dat steeds vaker wordt gefinancierd door diezelfde industrie.