Drie hoogleraren zijn bepaald niet te spreken over de gang van zaken rond het onderzoek naar Khadija Arib. De oud-Kamervoorzitter vertrok uit de Tweede Kamer na beschuldigingen van wangedrag.
"Vera Bergkamp en het Kamerbestuur hadden dit onderzoek niet mogen instellen”, zegt Paul Bovend’Eert, hoogleraar staatsrecht aan de Radboud Universiteit in Nijmegen,
in De Telegraaf. Het was volgens hem beter geweest als de Tweede Kamer zelf naar de beschuldigingen had gekeken. Hij vindt zelfs dat Kamervoorzitter Bergkamp ’dit onderzoek niet mag doorzetten’.
Hoogleraar integriteit Rob van Eijbergen (VU Amsterdam) is het met hem eens en vindt zelfs dat 'diverse hoofdpersonen in sneltreinvaart publiekelijk beschadigd zijn geraakt’ door de manier van handelen van het presidium, het bestuur van de Kamer.
Bovendien rammelt de onderzoeksopdracht meent hoogleraar accountancy Marcel Pheijffer (Universiteit Leiden en Nyenrode). Bergkamp had niet én opdrachtgever van het onderzoek én betrokkene mogen zijn in de kwestie. "Die positie knelt", schrijft hij aan De Telegraaf. Ook dit onderzoek zou, net als dat van de PvdA en Volt eerder, onzorgvuldig en onvolkomen zijn.