Vierenhalf jaar lang was
Barack Obama in het offensief. Hij maakte geen echte fouten, veroorzaakte geen schandalen, werd niet gehinderd door affaires van hemzelf of medewerkers. En nu ineens, in een week tijd, is het Witte Huis in het defensief gedrongen. En vooralsnog lukt het helemaal niet om het tij te keren. Er is de affaire-Benghazi, waar een Amerikaans dilpomaat mogelijk onnodig omkwam. En waar de regering Obama niet de hele waarheid over vertelde. Er is de belastingzaak: de belastingdienst heeft jacht gemaakt op de aangiften van politieke tegenstanders van de regering. En er is het afluisteren van journalisten van AP. Drie affaires tegelijk en het lukt Obama dit keer niet om met soepele verklaringen het initiatief weer naar zich toe te trekken. Of om het met het gezaghebbende Policio te zeggen: 'Kan Obama de bloeding stoppen?' Zelfs de 'linkse' New York Times neemt het niet voor Obama op. De krant constateert dat de voornaamste verdediging van Obama nu lijkt te zijn dat hij het ook allemaal pas kortgeleden heeft ontdekt. Geen sterke positie voor de 'machtigste man van de wereld' Over de affaire Benghazi is door gretige Republikeinse tegenstanders al hoopvol over een impeachment procedure gesproken; een procedure om de president uit zijn ambt te zetten. Zover zal het niet komen, maar Obama heeft wel een probleem. Of eigenlijk 3