Premier Mark Rutte ervaart het premierschap soms als eenzaam, zegt hij vandaag in een interview met De Telegraaf. 'Elke leider heeft momenten van eenzaamheid, als hij besluiten moeten nemen.' Vooral de besluiten over het inzetten van Nederlandse troepen, zoals naar Kunduz en Mali zijn eenzaam. 'Uiteindelijk wordt er dan naar mij gekeken, uiteindelijk moet ik de doorslag geven. (...) Je moet in je eentje besluiten: wat gaan we doen. Als alle adviezen binnen zijn, en je achter je bureau zit. Dat jíj dan moet beslissen: pats, dit wordt het.' Die ervaringen kan hij alleen delen met zijn ambtsvoorgangers, die hij eens per jaar spreekt. 'Zij herkennen dat', zegt Rutte over Piet de Jong, Dries van Agt, Ruud Lubbers, Wim Kok en Jan Peter Balkenende. 'Het is bijzonder om daarover met mijn voorgangers te praten. Zij hebben dat ook meegemaakt.' De oud-premiers dienen voor hem als klankbord, zegt hij, zonder daarover in detail te treden: 'Laat ik het zo zeggen: het gesprek overstijgt de beleefdheden. Ik schets achtergronden en vervolgens reflecteren we daarop. Het feit dat die gesprekken plaatsvinden, daar doe ik niet geheimzinnig over, maar voor de rest geldt de vertrouwelijkheid van het gesprek.' 'Het jaar 2014 wordt het jaar van herstel. Een jaar waarin de economie heel voorzichtig aantrekt. Het is een jaar waarin we weer vooruit mogen kijken. Dus in die zin is het een nieuw begin voor Nederland, na een heel moeilijke periode.'