Je weet wel dat politici tijdens verkiezingstijd maar wat zeggen om in de gunst te komen van de kiezer, maar het is nu ook wetenschappelijk bewezen: van verkiezingsbeloftes komt weinig terecht.
Econoom Wimar Bolhuis toonde dat aan in zijn promotieonderzoek waarover de Volkskrant schrijft. "Elke formatie faalt," aldus de gepromoveerde econoom. "Keer op keer worden verkiezingsbeloftes gedaan die nooit worden waargemaakt." Hij vergeleek alle doorrekeningen van de verkiezingsprogramma’s en regeerakkoorden van het Centraal Planbureau (CPB) tussen 1986 en 2017.
Bolhuis concludeert op basis daarvan: "Burgers krijgen hun lagere belastingen nooit, bedrijven onverwachts toch wel." In acht van de negen onderzochte formaties vielen de collectieve lasten voor de burger hoger uit dan in de verkiezingsprogramma's was beschreven. Werkenden kregen steevast minder lastenverlichting dan was beloofd. Het ging gemiddeld om een verschil van ruim 3 miljard euro. Bolhuis: "Gezien dit feit is het vrij bizar dat het debat over de lasten op arbeid elke campagne opnieuw in volle hevigheid losbarst."
Aan de andere kant beweren partijen vaak dat bedrijven meer belasting moeten gaan betalen, terwijl in de praktijk juist het omgekeerde gebeurt. De lasten op winst en vermogen zijn gemiddeld 250 miljoen euro lager dan afgesproken. "Het is een veeg teken dat Nederlandse politici wat betreft beloften over de lastendruk op kapitaal zo onbetrouwbaar zijn." De econoom heeft wel een verklaring: In verkiezingstijd richten partijen zich tot de burger. Tijdens de formatie begint de lobby van het bedrijfsleven. "Deze lobby is overduidelijk sterker dan de lobby voor arbeid."
Waar al die miljarden dan heen gaan? Deels naar sociale zekerheid, deels naar het openbaar bestuur, waaronder ambtenarensalarissen en voor een deel naar de zorg. Het onderwijs kwam er keer op keer bekaaid vanaf, behalve bij het laatste kabinet, maar daar waren grote protesten voor nodig waaraan tienduizenden basisschoolleraren meededen.