Afgelopen week werden in Turkije een aantal topmilitairen gearresteerd. Misschien heeft u dit nieuws gemist of gedacht: het zal wel. Maar het duidt op niks minder dan regime change. Geen opvallende, zoals in buurland Irak, waar Saddam Hoessein zeven jaar geleden door de Amerikanen van zijn voetstuk werd getrokken, maar een sluipende.
Het opmerkelijke is dat het Turkse leger, de zelfbenoemde bewaker van de seculiere staatsorde die in 1997 nog een stille coup pleegde tegen een te islamitisch bevonden regering (onder leiding van de oude professor Erbakan), niet terugvecht en zich in het onvermijdelijke lijkt te schikken.
De moderne Turkse Republiek die de grote hervormer Kemal Atatürk in 1923 uitriep wordt langzaam ingewisseld voor iets 'nieuws' dat nog niemand kent, maar dat dankzij het optreden van de huidige 'sterke man' Recep Tayyip Erdogan wel een islamitische inslag krijgt. Het seculiere kamp in Turkije, dat zich lang een progressieve op het Westen gerichte voorhoede waande, komt steeds meer in de achterhoede te verkeren en maakt zich ernstige zorgen dat er geen tegenwicht tegen de aspiraties van Erdogan meer is.
Critici spreken van een 'democratisering' die op islamitisch autoritarisme uitdraait en vrezen dat ook het laatste seculiere bastion, de Turkse rechtspraak, op verkruimelen staat.
Bron(nen): The New York Times