Het kabinet heeft een crisis over de zorgwet afgewend. Het komt nu met een paar piepkleine wijzigingen in het wetsvoorstel. Maar of de drie senatoren die eerder tegenstemden daarmee over de streep worden getrokken, is maar zeer de vraag. Het grootste bezwaar tegen de wet, de beperking van de vrije artsenkeuze, blijft overeind, schrijft . Wat verandert er dan wel? Dat was al zo, maar wordt nu nog eens extra bevestigd. Het zegt echter niets over de behandeling. Stel dat je net als Adri Duivesteijn een ander behandelvoorstel krijgt van de tweede specialist die je bezoekt, maar je verzekeraar heeft geen contract met het betreffende ziekenhuis, dan moet de eerste arts die je bezocht het voorstel overnemen anders wordt je behandeling niet vergoed. Ook dit wordt expliciet benadrukt, maar is in feite geen wijziging. Wie in nood is, krijgt ongeacht verzekering of soort polis, in elk ziekenhuis de behandeling vergoed door de verzekering. De arts bepaalt of de patiënt naar een academisch ziekenhuis moet, niet de verzekeraar en die behandeling wordt dan vergoed. Ook dit stond al in de oude wet. Dit is nieuw. Verzekeraars zijn verplicht om goede voorlichting te geven, anders draaien ze op voor de rekening. Verzekeraars mogen zich niet richten op groepen mensen die relatief weinig gebruik maken van de verzekering. Dat moet gecontroleerd worden door de Nederlandse Zorgautoriteit. Bij de aanvullende verzekering mogen verzekeraars wel selecteren op groepen met weinig risico. Verzekerden krijgen medezeggenschap in het zorginkoopbeleid en de samenstelling van de raad van toezicht van de zorgverzekeraar. Ook worden de rechten van de ledenraden vastgelegd. Lukt het niet om de wet zo door de Eerste Kamer te loodsen dan wil het kabinet de afspraken die het met de zorgsector heeft gemaakt, regelen in een algemene maatregel van bestuur (amvb). Die hoeft niet in het parlement behandeld te worden. Maar van deze optie is de oppositie absoluut niet gecharmeerd.
Bron(nen): Volkskrant