Onder geïnterneerde NSB'ers zijn kort na de oorlog zeker duizend doden gevallen. Ze werden vermoord of uitgehongerd. Dat concludeert oud-journalist Koos Groen op basis van archiefonderzoek. De behandeling van zo'n 150.000 Nederlanders die 'fout' waren of daarvoor werden aangezien, is volgens Groen 'ronduit schandalig' is geweest. Hij schetst overeenkomsten met de toestand in Duitse kampen. Direct na de bevrijding werden op gezag van de Nederlandse regering in Londen foute Nederlanders vrij lukraak bijeen gedreven door mensen van het verzet en mensen die ná de oorlog in het verzet gingen. Verdeeld over zo'n driehonderd plekken zaten ze onder zeer slechte omstandigheden gevangen. Van duizend mensen kon Groen met zekerheid vaststellen dat ze tijdens of als gevolg van de internering zijn omgekomen, maar hij zegt dat het ook een veelvoud kan zijn. Veel kamparchievenzijn al snel vernietigd; veel sterfgevallen gingen de boeken in als 'natuurlijke dood'.
Bron(nen): Het Parool