Eieren zijn veelzijdig. Je kunt ze voor van alles gebruiken en ze op heel verschillende wijze bereiden, zodat je iedere dag een ander soort ei eet.
- Spiegelei: Een ei dat je stuk tikt en voorzichtig in de pan legt, met de eidooier heel.
- Omelet: Een ei dat je in een kom mixt met melk en andere ingrediënten, en dan in de pan bakt als een pannenkoek.
- Roerei: Een ei dat je in een kom mixt met melk en andere ingrediënten, en dan in de pan blijft roeren tot het kleine stukjes worden.
- Hard gekookt: Een ei dat je in een pan met kokend water legt en ongeveer acht minuten laat koken, tot het eiwit en het eigeel hard zijn.
- Zacht gekookt: Een ei dat je in een pan met kokend water legt en ongeveer zes minuten laat koken, tot het eiwit gestold is en het eigeel nog zacht is.
- Gevuld ei: Een ei dat je hard kookt, pelt, doormidden snijdt, en dan het eigeel eruit haalt en mengt met mayonaise, ketchup, paprikapoeder, peper en zout, en dan terug in het eiwit doet.
- Gepocheerd ei: Een ei dat je in een pan met draaiend kokend water laat glijden, en dan ongeveer drie minuten laat koken, tot het eiwit en het eigeel zacht zijn.