Aan de grootschalige verhuizingen van Amerikanen is een einde gekomen. Nou ja, een einde: tussen voorjaar 2007 en voorjaar 2008 verhuisden 35 miljoen mensen in de Verenigde Staten. Veel natuurlijk, maar toch negen procent minder dan een jaar tevoren.
Op zich geen slecht teken, meent Slate.com. Het heeft ondermeer te maken met het stijgend aantal huizenbezitters. Ook raken mensen blijkbaar meer gehecht aan hun omgeving.
Daar staat tegenover dat de vroegere reusachtige mobiliteit veelal was ingegeven door de hoop het elders beter (lees: betere baan) te hebben en deze drijfveer was een van de motors van de Amerikaanse economie.
Wel ontdekte Slate nu een nieuwe reden om te verhuizen: het gaat slecht, er is door de economische crisis in sommige families geen geld meer en dan zie je hoe kinderen die het ouderlijk huis allang hadden verlaten weer bij hun ouders terugkeren. Om samen de barre tijden te doorstaan.
Er worden verder geen conclusies aan verbonden, maar het volgende inzicht dringt zich na lezing toch op: er is blijkbaar een zekere welvaart nodig om je individualistisch te gedragen en los van je familie te leven. Als het geld op is, is het ook gedaan met deze vorm van vrijheid.