De auto van een vrouw werd door de sociale dienst 23 keer aangetroffen voor de deur van haar vriend, met wie ze een kind heeft. De sociale dienst trok daaruit de conclusie dat de man geen alleenstaande was, maar een huishouden deelde met de moeder van zijn kind.
Het bestuur van de sociale dienst van Brunssum en Landgraaf was besloot de bijstandsuitkering van de man vanaf 18 maart 2021 te beëindigen, schrijft De Limburger
Hij ontving die vanaf 2012. Bij de dienst stond hij bekend als alleenstaand, en op basis van deze status was zijn uitkering berekend. Er kwamen echter anonieme meldingen binnen dat de man samenwoont met een vrouw en dat ze samen een kindje hebben.
Ambtenaren van de sociale dienst turfden dat de auto van de vrouw 23 keer bij de man stond in een halfjaar tijd. Soms was die ’s ochtends bedekt met ijs of sneeuw, wat erop duidde dat ze de nacht had doorgebracht bij de man.
De rechtbank in Roermond vindt dat de sociale dienst die logische conclusie niet had mogen trekken. Zo was er op 6 van die 23 tijdstippen slechts één auto aanwezig, en geen twee. Dat kon erop duiden dat de vrouw met de auto van de man weg was. Bovendien werd de auto van de vrouw in sommige maanden slechts één keer bij de man waargenomen. Dat is geen steekhoudend bewijs dat ze samenwoonde met de man.
De sociale dienst voerde verder aan dat de vrouw de deur opende toen de dienst een onaangekondigd huisbezoek op het adres van de man aflegde. In een e-mail legde ze uit dat ze niet samenwoont met haar vriend, omdat de relatie niet stabiel is. Ze zou het wel willen proberen, omdat ze samen een baby’tje hebben. Die laatste zin was voor de sociale dienst de bevestiging dat ze samenwonen, voor de rechter juist niet.
‘Meer dan een vermoeden is dit niet’, vindt de rechter.
De man had verklaard dat hij een relatie met de vrouw heeft. Dat ze voor hem wast, kookt, schoonmaakt en boodschappen doet. Ze heeft de sleutel en mag blijven overnachten. Maar, stelde die, van samenwonen is geen sprake. De rechter concludeert dat niet aangetoond is dat de man samenwoont en dat de uitkering niet beëindigd had mogen worden.