Te traag, te slap en slecht georganiseerd: de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft veel kritiek gekregen op haar aanpak van de
ebola-crisis in West-Afrika vorig jaar. Persbureau AP zocht nauwkeurig uit waar het misging, schrijft . De snelle verspreiding van het virus in het Sierra Leoonse district Kenema zou een gevolg zijn van de rommelige handelswijze van de gezondheidsorganisatie. AP komt met een lijst van 10 punten waarop de WHO geblunderd heeft. Zo was er te weinig geld voor desinfecterende middelen en werden medewerkers zelf onnodig vaak blootgesteld aan het virus. Veertig hulpverleners zijn overleden, twintig raakten er besmet. Te weinig training in hoe met de ziekte om te gaan, zou daarvan de oorzaak zijn. Ook was er sprake van slecht management en was er veel interne ruzie. Dit zijn de drie grootste blunders: De chloor die de WHO in Sierra Leone had gekocht bleek over datum of geen datum te bevatten. Andere hulporganisaties kochten desinfecterende middelen om die reden ook ergens anders. De WHO had te weinig lijkzakken ingeslagen, terwijl die cruciaal zijn omdat juist bij de afhandeling van de doden veel besmettingsgevaar is. Er waren niet genoeg auto's om de verspreiding van het virus te volgen en in kaart te brengen. Toen Sierra Leoonse veldwerkers om motoren vroegen, moesten ze maar fietsen kopen. Dat, terwijl er 300 kilometer verder op het hoofdkantoor in Freetown vijftig nieuwe Landcruisers stonden geparkeerd.