Veertienhonderd jaar geleden trouwde Imam Ali met Fatemeh alZahra, dochter van Mohammed, en sinds die tijd wordt die dag in Iran gevierd als de Dag van het Huwelijk. Maar ook in Iran is het huwelijk op zijn retour en daarom hebben de autoriteiten besloten van die memorabele dag de 'Dag zonder Echtscheidingen' te maken. Op die dag worden geen scheidingen uitgesproken.
In de afgelopen 10 jaar is het aantal echtscheidingen ongeveer verdrievoudigd tot iets meer dan 150.000 per jaar in 2010. Dat betekent dat 1 op de 7 huwelijken strandt en in Teheran is dat 1 op 3,7. Echtscheidingen treden ook steeds in een vroeger stadium op: 30% binnen 1 jaar na het huwelijk en 50% in de eerste 5 jaar.
De redenen die genoemd worden variëren. Conservatieven noemen het een nationale dreiging, een kwaad dat gelijk staat aan prostitutie en drugsgebruik. Zij wijzen de groeiende goddeloosheid onder jongeren en de westerse media aan als de boosdoeners. Liberalen benadrukken de rol van de snelle verstedelijking, hoge kosten voor levensonderhoud en een hoog werkloosheidscijfer. Maar bijna iedereen is het erover eens dat het vooral de emancipatie van de Iraanse vrouwen is die er voor zorgt dat zij anders aankijken tegen het huwelijk, relaties, carrière en de plaats van de vrouw in een patriarchale samenleving. Dat een toenemend aantal vrouwen studeert en/of een baan heeft, versterkt dat effect. Ze zijn steeds minder economisch afhankelijk van hun man.
Deze trend is des te opmerkelijk gezien de rechtsongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Mannen kunnen hun huwelijk beëindigen binnen een paar weken zonder opgaaf van redenen, terwijl vrouwen voldoende gronden moeten hebben en dan nog kan het proces enkele jaren duren, zelfs met professioneel juridisch advies. Daarom vragen steeds meer vrouwen een 'merieh' als ze in het huwelijk treden. Dat zijn huwelijkse voorwaarden die bepalen dat de man zijn vrouw een geldbedrag zal uitbetalen in geval van echtscheiding. De laatste jaren worden de meriehs steeds hoger. Ze kunnen wel tienduizenden dollars bedragen.
Bron(nen): New York Times