"Ik was ontzettend bang. Overal om ons heen waren terroristen. Huizen stonden in brand." Dat zegt de Nederlands-Israëlische Ofir Engel (18), die in oktober door Hamas werd gegijzeld en na 54 dagen werd vrijgelaten. Hij doet zijn verhaal zaterdag in een interview met het Reformatorisch Dagblad.
Tijdens de grote aanval van Hamas op 7 oktober werden Ofir, zijn vriendin, zijn schoonvader en een buurjongen door gewapende strijders uit hun huis gehaald in de kibboets Be'eri. De vriendin werd vrijwel meteen weer vrijgelaten, de rest werd ontvoerd naar de Gazastrook. Daar werden ze vastgehouden in een appartement.
Één moment was de dood heel dichtbij, zegt Ofir tegen de krant. "Ze kwamen na veertig dagen met een camera. Ze zeiden dat ik die nacht waarschijnlijk zou sterven. Ik moest mijn naam en leeftijd noemen en tegen premier Netanyahu zeggen dat hij de oorlog moet stoppen. (..) Ik moest ook een soort afscheidsbrief of testament opstellen. Tot op de dag van vandaag is die video niet gepubliceerd." Na 54 dagen kwam hij vrij door een gevangenenruil tussen Hamas en de Israëlische regering. Ook de buurjongen werd vrijgelaten. Zijn schoonvader bleek later te zijn vermoord.
Engel is opgegroeid in Israël, maar heeft familie in Nederland. Via een spoedprocedure kreeg hij kort na zijn ontvoering de Nederlandse nationaliteit, omdat dat mogelijk de kans op vrijlating zou vergroten. "Ik ben de Nederlandse regering wel heel dankbaar voor alle hulp die ze heeft geboden (..) Ik zou graag premier Mark Rutte nog eens persoonlijk willen ontmoeten om dankjewel te zeggen", aldus Ofir Engel in het Reformatorisch Dagblad.