Facebook volgt ieders internetgebruik, ook van mensen die geen account hebben of aangegeven hebben niet gevolgd te willen worden, zo is te lezen in . Dit is de uitkomst van een onderzoek van de KU Leuven, iMinds en de Vrije Universiteit Brussel. "Een flagrante schending van de privacywetgeving. We wisten al dat Facebook mensen via de vind-ik-leukknop overal kan volgen. Sinds kort weten we dat het netwerk ook personen volgt die nooit een pagina op Facebook hebben gehad. Facebook slaat op welke websites surfers bezoeken. Dit gaat wel heel erg ver," aldus professor Bart Preneel, specialist computerbeveiliging. Eerder bleek al dat Facebook zijn gebruikers overal kan volgen, ook als ze hebben uitgelogd. Maar nu wordt dus zelfs de privacy van mensen die niet op Facebook zitten geschonden. "Mensen die via de website van de European Interactive Digital Advertising Alliance voor een 'opt out' kiezen, en dus zeer duidelijk aangeven dat ze online niet willen worden bespied, worden ook door Facebook getraceerd." Volgens de onderzoekers wordt de Europese regelgeving geschonden. "Wie lid is van Facebook ondertekent de algemene voorwaarden en gaat op die manier akkoord met die praktijken. Maar in dit geval doen ze het bij mensen die die voorwaarden helemaal niet hebben ondertekend." In een communiqué stelt Facebook dat er feitelijke onjuistheden in het onderzoek zitten. Verder geeft Facebook aan alleen met de Ierse wetgeving van doen te hebben. De Belgische Privacycommissie vindt de acties van Facebook ook een schending van de privacy. "Hopelijk kan dit rapport een doorbraak forceren. Willen ze niet met ons praten, dan zullen we een gerechtelijke procedure moeten opstarten." Preneel: "Facebook is inmiddels onze sociale ruimte geworden. Alle andere Europese netwerksites zijn weggeconcurreerd. Dan mag je toch verwachten dat de burgers in die sociale ruimte worden beschermd." De Belgische Privacycommissie voert samen met Nederlandse en Duitse collega's een strijd tegen Facebook. Er zou een indrukwekkende lijst van privacy-inbreuken naar Facebook zijn gestuurd.
Bron(nen): De Morgen