Iedereen is toerist: "Van veel reizen, word je geen interessanter mens"

Samenleving
vrijdag, 05 juli 2019 om 10:29
hh 87065252
Sommige mensen gaan op vakantie, anderen 'reizen'. Die laatste groep denkt wezenlijk anders te zijn, maar is net zo goed toerist als die eerste groep. Dat authentiek thee drinken met de locals of slapen in een bedoeïenentent in de woestijn is even zo hard in scène gezet als de Abba-show in een viersterrenresort. Ruud Welten, schrijver van zet in Filosofie Magazine uiteen waarom niemand toerist wil zijn en iedereen het is. "Als we over onze eigen vakanties spreken, benadrukken we dat we niet zomaar een plaats bezoeken zonder ons er eerst in te verdiepen," begint Welten. "Dat we op onze bestemming de juiste plekjes weten te vinden, waar het landschap en de mensen nog onbedorven zijn. Kortom: dat we geen toeristen zijn. Maar dit is bij uitstek toeristisch. Je zou kunnen zeggen dat de toerist in al zijn anti-toeristische neigingen en statements een freudiaanse verdringing van zichzelf is."
Onbedorven plekken "We leven in een wereld die volledig is vertoeristiseerd, zie de filevorming op de Mount Everest. Er is geen branche ter wereld die zo veelomvattend is als het toerisme – regio’s, steden en complete naties zijn er volledig af hankelijk van. Er is bijna geen land dat zich eraan kan onttrekken. Westerlingen die dat erg vinden, voeren meestal toeristische redenen aan: ze hopen ergens nog een authentiek, onbedorven, puur deel van de wereld aan te treffen. En dat is precies de paradox waar het toerisme van leeft: de belofte dat er voor jou nog zo’n niet-toeristisch plekje bestaat."
"Maar dat onbedorven plekje is – zoals we allemaal wel weten – een illusie. Sterker nog: de commerciële vraag naar echtheid helpt diezelfde authenticiteit om zeep", zegt Welten. "De “authenticiteit” die we als toeristen zoeken, wordt voor ons in scène gezet – mensen gaan speciaal voor de toeristen in traditionele kleding lopen die al decennia verdwenen was – waardoor het leven ter plaatste in veel gevallen blijvend verandert."
Voluntourism Pijnlijk voorbeeld is ook voluntourism: voor een behoorlijk bedrag ga je een aantal weken helpen in een weeshuis of op een school in de derde wereld. Voor 2.000 dollar koopt een Amerikaan een weekje lesgeven in een ontwikkelingsland. Een lokale docent kan daar vier maanden van worden betaald. Ruud Welten: "Voluntourism laat zien dat elke vorm van toerisme uiteindelijk vooral de toerist dient. En dat toerisme dus een vorm van neokolonialisme is. Het houdt de economische ongelijkheid in stand, of versterkt die zelfs."
Vlucht Volgens Ruud Welten zouden we minder gespitst moeten zijn op de reis als manier om onze identiteit op te bouwen. "Als je veel gereisd hebt, word je geen interessanter mens. Seneca al zei dat reizen vooral een vlucht is, een voor jezelf. Met name jonge mensen ervaren helaas een enorme druk om veel te reizen. Dat is het eerste waar we mee op moeten houden."
"Misschien kunnen we een begin maken door elkaar deze zomer niet te vragen: ‘Waar ga jij naartoe?’, maar: ‘Waar wil jij van weg?’ Als je daarover nadenkt, is het maar de vraag of er wel echt zo nodig gereisd – of gevlucht – moet worden. Zoals Seneca schrijft: ‘Je vlucht in gezelschap van jezelf. Je moet de last van je geest afleggen, anders zal geen enkel landschap je rust geven."
Bron(nen): Filosofie Magazine