De helft van de
kinderen is niet van plan voor zijn
ouders te gaan zorgen als ze hulpbehoevend worden. Daarvoor is de band niet sterk genoeg en dat verandert niet in geval van nood, zo concludeert socioloog Martijn van Hogerbrugge. Vier op de tien relaties tussen ouders en volwassen kinderen is niet harmonieus. Van de broers en zussen heeft de helft weinig, slecht of geen contact. Als gezinsleden elkaar al de helpende hand toesteken, bij ziekte of werkloosheid, neemt het aantal onderlinge conflicten vaak toe. Bovendien lijken relaties in beton gegoten. Is het contact afstandelijk, conflictueus, of juist heel intiem? Dan is dat tien jaar later in negentig procent van de gevallen nog steeds zo. Hogerbrugge analyseerde data van achtduizend Nederlanders, die sinds 2002 zijn ondervraagd. Bij een harmonieuze relatie is er tenminste één keer per maand fysiek én telefonisch contact. Theo van Tilburg, sociaal gerontoloog aan de VU, herkent de conclusies van de socioloog. "De overheid overschat de mogelijkheden. De meeste ouders en kinderen leven weliswaar in harmonie met elkaar, maar soms spatten families uit elkaar door echtscheiding."