Wie in Maleisië uit eten gaat, kan nog volop kiezen uit gerechten met
vlees van bedreigde diersoorten. Denk aan tijgerogen, krokodillenpenissen en vlees van luipaarden en zonneberen. Dit is ook niet zo verwonderlijk, aangezien Maleisië een rijke biodiversiteit heeft en een voor stropers en handelaren makkelijke toegang tot het oerwoud. Bovendien zijn hun producten eenvoudig naar andere Aziatische landen te smokkelen waar de vraag eveneens hoog is. En dan doet het land ook nog eens niet veel aan de illegale praktijken: Wie als restauranteigenaar een geldige vergunning heeft, mag gewoon bedreigde diersoorten verkopen mits de bron als legaal wordt beschouwd. Dat ze het illegale vlees bij smokkelaars kopen, interesseert de regering weinig. In sommige gebieden op Borneo gelden er al helemaal geen wetten. Daar mogen lokale bewoners tot 5 kilo vlees van bedreigde dieren verkopen. Van alle diersoorten in Maleisië staat 14% op de lijst bedreigde diersoorten. Non-profit en commerciële organisaties vechten samen om het behoud van deze bijzondere dieren. Zo wordt geprobeerd de illegale handel die via internet plaatsvindt te monitoren door Facebook, Instagram en Muda (een lokaal netwerk) in de gaten te houden. Ook onderzoekt men consumenten en verkopers van illegaal vlees en wordt met DNA-analyses bepaald waar het vlees vandaan komt.