Paul Broer, de nieuwe landelijke projectleider Infrastructuur bij de politie, wil met nieuwe technologie nog harder optreden tegen asociaal gedrag in het verkeer. Daarbij wil Broer onder meer slimme camera's en radarauto’s inzetten, vertelt hij in een interview met De Telegraaf.
"We blijven zeker niet stil staan. Er zijn altijd creatieve collega’s die iets bedenken. Maar zelf verwacht ik veel van de monocams, waarmee we in de auto kunnen kijken. Na de zomer zullen we die in gebruik nemen. Maar ook gaan we apparatuur gebruiken waarmee we verticaal kunnen kijken of iemand een smartphone op zijn bovenbeen heeft liggen", aldus Broer.
"Tevens testen we met speciale radarauto’s die de snelheid kunnen meten van inhalend of zelfs tegemoetkomend verkeer. Het zal nog wel tot volgend jaar duren, maar die apparatuur kan in een oud Fiatje Panda of nieuwe BMW gebruikt worden. Het zal zo zijn dat niemand zich meer veilig kan wanen wanneer hij/zij te snel rijdt, want in iedere auto kan een agent zitten die jouw snelheid vastlegt."
Broer benadrukt dat hij niets ziet in een bonnenquotum. "Nee absoluut niet, om de doodeenvoudige reden dat het schrijven van bekeuringen geen primaire doelstelling is. De politie is geen bonnenfabriek, want wij staan voor handhaving van een betere verkeersveiligheid", stelt de politiebaas. "En ik moet zeggen dat een goed gesprek soms ook helpt en meer impact kan hebben dan het krijgen van een bon."