Spaans stadje verwelkomt migranten: "We hebben hier mensen nodig"

Samenleving
maandag, 10 augustus 2020 om 13:12
000 1pp3vq

Steden als Madrid en Barcelona barsten uit hun voegen, maar dat is lang niet overal zo. In grote delen van Spanje zijn de stadjes slaperig en stil. Het aantal inwoners neemt elk jaar af. Maar er is een oplossing: dorpen nemen migranten op om weer leven in de brouwerij te brengen.

KrimpDe statistieken spreken boekdelen: 90 procent van de Spaanse bevolking woont op 30 procent van het land. De overige 10 procent heeft een huisje op 70 procent van het landoppervlak. Het zijn extreem dunbevolkte regio's van amper 14 inwoners per vierkante kilometer. In de afgelopen tien jaar zag 80 procent van de Spaanse gemeenten het inwonertal teruglopen.

Vooral kleine plaatsjes kennen een grote krimp. De Spaanse regering heeft zelfs een ministerie opgericht voor wat de 'demografische uitdaging' wordt genoemd. Een van de oplossingen komt van een kleine nieuwe NGO, genaamd Towns with a Future Association. De organisatie zoekt voor buitenlanders, die zijn vastgelopen in de grote steden, een plek op het platteland.

KinderenZe hielpen bijvoorbeeld drie gezinnen uit Venezuela om te settelen in het amper duizend zielen tellende Pareja in Castilla-La Mancha. Angél Márquez en zijn vrouw en kinderen zijn blij met hun nieuwe thuis. Márquez werkt als klusjesman voor de gemeente, zijn vrouw is verzorgster van oudere inwoners.

"Het leven is hier zoveel kalmer dan in Madrid," zegt Márquez tegen The Guardian. "De mensen zijn heel warm. Ze geven ons onderdak en wij brengen het leven terug in deze stadjes." Als de scholen in september weer opengaan, beginnen zijn twee zoons in hun nieuwe klas.

De gepensioneerde vrachtwagenchauffeur Antonio Ridruejo, die al zijn hele leven in Pareja woont, is blij met de nieuwkomers. "We hebben hier mensen nodig, jonge mensen, want er zijn bijna geen kinderen. Als er geen kinderen meer zijn, moeten we de school sluiten en wordt het een dood dorp. Als je geen jonge mensen hebt, heb je niets."

Bron(nen): The Guardian