Bijna de helft van de werkende mensen in Nederland hebben op dinsdag en donderdag last van de grote verkeersdrukte, blijkt uit een onderzoek door bureau Kantar Public. Na de coronapandemie is de zogenoemde piekbelasting van de wegen en het openbaar vervoer intenser geworden.
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Coalitie Anders Reizen, een netwerk van zeventig grote werkgevers. Deze groep vraagt zich af: wat beweegt mensen om tijdens de spits in de auto of trein te stappen en wat is er nodig om op andere tijden naar het werk te gaan?
Want hoewel vier op de tien werkenden niet gebonden zijn aan een fysieke werkplek, reizen veel van hen toch tijdens de spits naar hun werk. Ze doen dat bijvoorbeeld omdat de baas dat zo wil, omdat er overleggen gepland staan of wegens gewoontegedrag. Dat kan anders, vindt de coalitie van werkgevers.
Nut
Zo zijn er bedrijven die met werknemers afspreken dat je fysiek niet bij elkaar komt voor 10.00 uur in de ochtend, zegt Hugo Houppermans, directeur van Anders Reizen. "Of zij spreken af dat complete teams fysiek samenwerken op maandag en woensdag. Een andere manier om medewerkers de spits te laten omzeilen, is het stimuleren van de fiets. Bedrijven die daar succesvol in zijn betalen meer kilometervergoeding voor de fiets dan voor de auto."
Negen op de tien werknemers willen niet 'zomaar' op andere dagen naar het werk komen, blijkt uit de studie. Maar als de werkgever daar expliciet om vraagt, dan is 48 procent van de werkenden die niet aan een fysieke werkplek gebonden zijn, bereid om dat wel te doen. Daarmee heeft de werkgever "goud in handen", denkt Houppermans. "Zij kunnen met medewerkers die niet vastzitten aan een fysieke werkplek én met hun teamleiders nieuwe afspraken maken. Medewerkers willen dat het nut heeft om naar kantoor te komen. Afspraken over bijvoorbeeld andere starttijden, ideale werkdagen en thuiswerken helpen daarbij."
De Coalitie Anders Reizen heeft onderling afgesproken om uiterlijk in 2030 hun CO2-uitstoot op mobiliteit met de helft te verminderen ten opzichte van 2016. Het representatieve onderzoek van Kantar omvat een literatuurstudie en een onderzoek onder 1121 werkende Nederlanders.