De Verenigde Staten maken zich grote zorgen over de situatie in de Ethiopische regio Tigray. Minister van Buitenlandse Zaken Antony J. Blinken zegt in een verklaring dat melding wordt gemaakt van "gruweldaden" als moorden, gedwongen deportaties en seksueel geweld.
In Tigray begon vorig jaar een gewapend conflict. Toen stuurde de Ethiopische premier Abiy Ahmed troepen naar het gebied. Hij hield de toenmalige regeringspartij van de regio, het Volksbevrijdingsfront van Tigray (TPLF), verantwoordelijk voor aanvallen op het landelijke leger. Pro-regeringstroepen liepen eind november de regionale hoofdstad Mekele onder de voet.
Het TPLF speelde tientallen jaren lang een hoofdrol in de landelijke Ethiopische politiek. Strijders uit Tigray hadden een belangrijke rol bij de strijd tegen dictator Mengistu Haile Mariam, wiens regime in 1991 omver werd geworpen. De partij verloor invloed toen premier Abiy in 2018 aan de macht kwam. In de jaren daarna groeide de spanning.
Bloedbad
Internationaal groeit de bezorgdheid over de situatie in Tigray. Mensenrechtenorganisatie Amnesty International schreef in een vrijdag gepubliceerd rapport over een bloedbad in de stad Axum. Daar zouden troepen uit Eritrea vorig jaar honderden burgers hebben gedood. De militairen uit het buurland zouden het Ethiopische leger hebben ondersteund tijdens de strijd in Tigray.
Minister Blinken noemt het "essentiële eerste stappen" dat troepen uit Eritrea en milities uit de Ethiopische regio Amhara worden teruggetrokken uit Tigray. Hij wil ook dat partijen die zijn betrokken bij het conflict duidelijk maken dat ze de vijandigheden staken en zich gaan inzetten om hulpverlening mogelijk te maken.