UTRECHT (ANP) - Twee zogeheten derdelanders uit Oekraïne moeten uiterlijk maandag het land uit, ze hebben geen recht meer op bescherming. Dat heeft de rechtbank in Utrecht woensdag bepaald. Ze moeten terugkeren naar Algerije en Nigeria, waar ze oorspronkelijk vandaan kwamen.
De rechtbank in Rotterdam had eerder deze week ook beslist dat een derdelander Nederland moet verlaten. Ook die persoon moet naar Algerije vertrekken. De rechtbank in Roermond had vorige week juist besloten dat derdelanders net zo lang bescherming moeten krijgen als alle andere vluchtelingen uit Oekraïne.
Doordat de rechtbanken elkaar tegenspreken, komen de zaken uiteindelijk waarschijnlijk terecht bij de Raad van State, de hoogste bestuursrechter. Die had in januari geoordeeld dat de bescherming van derdelanders op 4 maart afloopt. Daarna hebben de vluchtelingen tot begin april de tijd om asiel aan te vragen of te vertrekken.
Terugkeerbesluit
Na die uitspraak kregen de derdelanders een zogenoemd terugkeerbesluit van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Veel derdelanders zijn daartegen in beroep gegaan.
Derdelanders zijn mensen die vanuit Oekraïne naar Nederland zijn gevlucht. Ze hadden in Oekraïne een tijdelijke verblijfsvergunning toen daar de oorlog uitbrak. In Nederland hadden de derdelanders lange tijd dezelfde bescherming als de gevluchte Oekraïners. Die tijdelijke bescherming betekende dat de vluchtelingen net als Oekraïners in Nederland mochten wonen, werken en studeren. Ook kwamen ze in aanmerking voor leefgeld.