Iedereen heeft een mening over migratie, maar weinigen kennen de feiten. Daarom zes mythes doorgeprikt door sociologieprofessor Hein de Haas van de Universiteit van Amsterdam. Hij is gespecialiseerd in het migratievraagstuk. Veel mensen denken dat migratie toeneemt, maar dat is niet zo. Als je de groei van de wereldbevolking meeneemt, was en is van alle mensen migrant. Ook is het niet zo dat er veel meer vluchtelingen naar Europa komen. Verreweg het grootste deel wordt opgevangen in de regio. Politici spreken in veel hardere taal dan vroeger over migratie, maar het blijft bij woorden, zo blijkt uit van een groot aantal beleidsstukken uit heel Europa van het International Migration Instituut in Oxford. De onderzoekers concluderen dat door de jaren heen eerder mildere dan strengere regels zijn ingevoerd. Migranten worden nogal eens gezien als een oplossing voor de vergrijzing, omdat veel nieuwkomers jong zijn. Ook dat argument snijdt geen hout volgens de professor. Daarvoor is het aantal migranten veel te klein en het probleem van de vergrijzing veel te groot. Beleidsmaatregelen hebben vaak negatieve neveneffecten. Zo ontstaat er een migratiepiek vlak voordat overheden besluiten de grenzen te sluiten. Ook is er het waterbed-effect: voer je restrictief beleid op de ene plek dan komen er meer migranten op een andere plek. Beleidsmakers die denken dat je migratie kunt stoppen door de ontwikkeling in de landen van herkomst te stimuleren, hebben het mis. laat zien dat meer ontwikkeling tot meer migratie leidt: de belangrijkste emigratielanden zijn juist niet de armste landen maar minder arme landen als Mexico. De Haas spreekt van de liberaliseringsparadox: we willen het liefst minder migratie en meer vrije markt en
economische groei. Dat gaat moeilijk samen. Economische voorspoed gaat hand in hand met meer migratie.