De middelbare scholen zijn een kleine twee maanden open. Op ruim de helft is het coronavirus al opgedoken. Volgens de experts van het RedTeam is het tijd voor een onmiddellijke sluiting van minimaal twee weken. Maar is dat echt nodig?
Uit
een inventarisatie van BD Dataplan en
Nieuwsuur blijkt dat op meer dan de helft van de 648 middelbare scholen in ons land iemand besmet is geraakt met het coronavirus. Op 44 scholen zijn er zelfs meer dan 10 besmettingen, 7 sloten al tijdelijk de deuren. Toch is er geen reden voor paniek. Van alle besmettingen is
volgens GGD-cijfers slechts 4 procent te herleiden tot de middelbare scholen.
Ook leraren raken niet bovenmatig vaak besmet. Van alle geteste onderwijsmedewerkers
bleek vorige week 10,3 procent positief. Dat is minder dan in andere beroepsgroepen, zoals de horeca (15,7 procent), de zorg (11,3 procent) of mensen met een contactberoep (13,3 procent). Omgerekend gaat het echter wel om grote aantallen: 290 coronagevallen per 100.000 werknemers in het onderwijs tegenover maar 200 per 100.000 in de horeca.
Kinderen zijn niet zo besmettelijk als volwassenen, omdat ze minder symptomen hebben: ze niezen en hoesten de virusdeeltjes niet in het rond, maar naar mate ze ouder worden, verloopt de ziekte meer zoals bij volwassenen. "Het is volstrekt duidelijk dat er overal waar mensen elkaar ontmoeten een zeker risico op besmetting is. We doen er alles aan om het op scholen zo veilig mogelijk te maken, door leerlingen zoveel mogelijk uit elkaar te zetten, ze mondmaskers te laten dragen buiten de klas, en leraren zo goed mogelijk op afstand te houden", zegt kinderarts en OMT-lid Károlie Illy in de Volkskrant. Volgens hem kunnen de scholen zo gewoon open blijven.