De Nederlandse topatlete Sifan Hassan (31) rent al jaren de concurrentie op de middellange afstanden op een hoop, en sinds april 2023 (winst in de marathon van Londen) doet ze hetzelfde op de marathon. Maar wat schuilt er eigenlijk achter de grote glimlach van de in Ethiopië geboren kampioene?
Hassan is in een interview voor het LINDA Magazine opvallend openhartig over haar privéleven. "Ik was het type kind dat niet bang was om mijn mond open te doen als me iets werd opgedragen. Zo ben ik nu nog: ik ben direct en ik vraag veel. Maar toen, vijftien jaar geleden in Ethiopië, vormde dat een probleem", zegt Sifan. "Mijn moeder heeft me in 2008 op het vliegtuig gezet omdat ze wist dat ik door mijn directheid in de problemen kon komen."
Volle prijzenkast
Inmiddels heeft ze een Europees record op de marathon en drie baanrecords achter haar naam staan. Ze is drievoudig wereldkampioen (1500m indoor Portland 2016, 1500m en 10.000m Doha 2019), viervoudig europees kampioen (veldlopen Hyères 2015, 1500m indoor Praag 2015, 1500m Zürich 2014 en 5000m Berlijn 2018) en last but not least: ze won twee gouden medailles op de Olympische Spelen Tokio 2020 (5000m en 10.000m) en een bronzen medaille op de 1500 meter.
Waar ik ook ben, I adapt
"Ik leef een nomadenbestaan, daar is niets zieligs aan. Dan train ik drie maanden op hoogte in Spanje, dan verblijf ik voor trainingen in Amerika." Met haar vader en moeder heeft Sifan nog veel contact. Net als met haar oma, bij wie ze deels opgroeide. "Ze grappen dat ze me vernederlandst vinden, vanwege mijn directheid. Waar ik ook ben, I adapt. Ik pas me naadloos aan."
Op jacht naar marathongoud
Ondanks alle trofeeën op haar palmares is haar honger naar eremetaal nog lang niet gestild. "Mijn volgende doel is goud op het marathononderdeel van de Olympische Spelen, die van 2028. Ik weet dat iedere atleet een houdbaarheidsdatum heeft. Vanaf je 35ste zijn je botten niet meer sterk genoeg om afstanden te sprinten. Wanneer ik klaar ben met sport, wil ik als gezondheidscoach aan de slag. Ik zie mijzelf niet op de bank zitten, zelfs niet als ik oma ben. Ik blijf bewegen tot ik dood ben."
En tot slot, op de vraag of ze ooit nog moeder wil worden? "Insjallah, graag, liefst van tien of elf kinderen. Soms droom ik daar al van. Maar meestal draait het in mijn hoofd alleen om de topsport."