- Je verlangt al de hele dag naar een drankje.
- Je vermijdt conflicten met je partner.
- Je lacht als jij (of iemand anders) over verdrietige dingen praat.
- Je verandert van onderwerp als je je ongemakkelijk voelt tijdens een gesprek.
- Je vindt het moeilijk om je te ontspannen.
- Je kunt niet alleen zijn.
- Je geeft anderen vaak de schuld en je oordeelt voortdurend
- Je kunt niet stoppen met je zorgen te maken.
- Je verkiest werk boven intimiteit
- Je kunt een compliment niet accepteren.
- Je ervaart vaak angst of depressie .
Bron(nen): Psychology Today