Voor een onderzoek werden bijna 2000 heteroseksuele
mannen uit 28
landen ondervraagd over hun voorkeuren als het ging om vrouwengezichten. De onderzoekers concluderen uit hun gegevens dat de omstandigheden waarin de mannen leven invloed heeft: In de gezondste landen (Japan, Australië en de VS) geven de meesten mannen de voorkeur aan het typisch feminiene gezicht met grote ogen, volle lippen en een vrouwelijke kaaklijn. Dit in tegenstelling tot mannen uit minder of slecht ontwikkelde landen (Nepal, Nigeria en Colombia), waar een kortere levensverwachting bestaat en waar meer kindersterfte voorkomt. Die laatste mannen verkiezen vrouwen met een wat mannelijker uiterlijk zoals een krachtigere kaaklijn. Deze vrouwen wordt sociale dominantie toegeschreven; een vrouw die 'beter' lijkt te kunnen overleven. Andersom bleek ook al dat de macho-man met typisch mannelijke trekjes het populairst is in minder ontwikkelde landen, vermoedelijk om dezelfde reden: deze mannen worden als sterk gezien en dat kan je maar net nodig hebben. De onderzoekers vermoeden dat evolutie een rol speelt, 'op z'n minst onbewust'. Vrouwelijkheid wordt geassocieerd met vruchtbaarheid. Waar het goed gaat, zoeken mannen een liefst feminiene partner met wie ze kinderen kunnen krijgen. Waar het minder goed gaat, zoeken ze er een die sociaal wat dominanter is en de kinderen ook goed zou kunnen beschermen. Mogelijk heeft het testosteronniveau ook invloed. Hoe minder testosteron een man heeft, hoe minder de man op een vrouwelijke vrouw valt. In onderontwikkelde landen hebben mannen vaak een wat lager testosteronniveau. Overigens stelt onderzoekster Marcinkowska dat biologie heus niet het enige aspect is dat aantrekkingskracht bepaalt.