Wie een appelfiguur heeft en
vet rond de buik opslaat, loopt een groter risico op hart- en vaatziekten en diabetes dan wie een peerfiguur heeft. Bij een peerfiguur wordt vet opgeslagen rond de heupen en dijen. Wetenschappers van de Amerikaanse Duke University School of Medicine hebben nu het
gen gevonden dat verantwoordelijk lijkt te zijn voor de manier waarop vet in het lichaam wordt opgeslagen en voor de vorm van de vetcellen. Het gen heet Plexin D1. Om het gen op te sporen, keken ze naar de tropische zebravis. De visjes die door een mutatie het gen Plexin D1 missen, blijken minder vet en kleinere vetcellen in de buikstreek te hebben. De onderzoekers konden dit goed zien omdat zebravisjes nagenoeg hun hele leven een beetje doorzichtig zijn. Ook kwamen de onderzoekers erachter dat zebravissen gevoelig blijken voor het insuline-hormoon. Wanneer het lichaam niet meer reageert op het hormoon insuline, dat de suikerspiegel reguleert, kan dat leiden tot diabetes type 2. Vet dat in de buikstreek zit, is erg nabij belangrijke organen zoals het hart, de lever, de darmen en de longen en kan die organen ziek maken. De wetenschappers onderschatten de rol van Plexin D1 niet. "Uit onze resultaten blijkt dat mensen en vissen dezelfde genetische aanleg hebben als het om de distributie van vetcellen gaat, terwijl de twee soorten door de evolutie al sinds 450 miljoen jaar geleden een andere ontwikkeling doormaakten. Blijkbaar speelt de distributie van vetcellen een belangrijke rol."