Door het blauwe licht van je telefoon val je slechter in slaap. Langer dan 25 minuten kunnen we ons niet concentreren en kinderen hebben een kortere aandachtsspanne dan vroeger. Het is allemaal niet waar. 'Concentratiemythes' noemt hoogleraar cognitieve psychologie Stefan van der Stigchel ze.
De hoogleraar aan de Universiteit Utrecht is gespecialiseerd in aandacht en concentratie. Hij begrijpt wel dat mensen gebruik maken van iets als de beroemde Pomodoro-methode waarbij je na iedere 25 minuten werken 5 minuten pauze neemt. "Mensen willen meer grip krijgen op hun concentratie en het is voor auteurs heel verleidelijk om daar concreet over te zijn,” zegt hij tegen Metro.
Maar het heeft niets met wetenschap te maken. Zijn nieuwe boek Grip op je aandacht wil duidelijk maken wat wél waar is over concentratie. De belangrijkste tips? "Voor iedereen geldt dat het geen goed idee is om taken te veel te combineren. Multitasken kan niemand en het kost onnodig veel tijd en energie. Je maakt meer fouten en komt niet in een flow terecht.”
Wel nuttig zijn ‘aandachtsrituelen’. "Je kunt niet van jezelf verwachten dat je na een vergadering meteen weer geconcentreerd verder kunt. Je moet daarom iets doen waarmee je je brein voorbereidt op een nieuwe taak. Doe de was, haal koffie, pak de fiets. Als het maar weinig aandacht vraagt.”
De allerbelangrijkste tip: "Goede pauzes nemen. Je kúnt niet verwachten dat je de hele werkdag geconcentreerd kunt werken. Dus: voel je dat je makkelijk wordt afgeleid? Bedenk dan iets wat je aandachtsbatterij oplaadt. Pak die fiets, ga even naar buiten. En nee, dat is geen spijbelen. Zet ook niet altijd die podcast aan, maar ga dagdromen. Dan gebeuren er interessante dingen.”
Bron(nen): Metro