Recent
Amerikaans onderzoek toont aan dat vrouwen het echt sneller koud hebben dan mannen. Dit heeft verschillende oorzaken, zoals het verschil in lichaamsgrootte en spiermassa.
De belangrijkste redenen zijn:
- Mannen produceren meer lichaamswarmte dan vrouwen, omdat ze gemiddeld groter zijn en meer spiermassa hebben. Elke cel in het lichaam produceert warmte, dus hoe groter het lichaam, hoe meer warmte er wordt geproduceerd.
- Vrouwen hebben relatief meer onderhuids vet, wat weliswaar isolerend werkt, maar minder warmte produceert dan spieren. Daardoor zijn vrouwen effectief "kleiner" dan mannen.
- De kritische temperatuur waarbij het lichaam extra warmte gaat produceren, ligt bij vrouwen ongeveer 1 graad lager dan bij mannen. Vrouwen zijn dus iets "ijsbeerachtiger".
Ondanks dat vrouwen sneller koud hebben, blijken ze zich niet minder comfortabel te voelen dan mannen in dezelfde omgeving. Dit kan te maken hebben met de fase van de menstruatiecyclus. Daarnaast spelen ook individuele verschillen, gewenning en culturele factoren een belangrijke rol in hoe mensen temperatuur ervaren.
Het is belangrijk om deze inzichten mee te nemen bij het ontwerpen van gebouwen en het bepalen van verwarmingsnormen, die nu vaak nog gebaseerd zijn op het metabolisme van mannen. Door mensen meer controle te geven over hun eigen omgeving, kunnen we beter inspelen op deze individuele verschillen. En voor mannen: ze stelt zich niet aan.