Raar: Matthijs van Nieuwkerk leeft van het interviewen van andere mensen. Daar verdient hij zijn (vele) geld mee. Maar zelf weigert hij echt te worden geïnterviewd. Soms, zoals dit weekeinde in Volkskrant Magazine, wil hij wel mee werken aan een verhaal. Maar dat is omdat hij een boek heeft geschreven dat moet worden verkocht. En dan is aandacht welkom. Maar ook dan wil hij geen interviewer ontmoeten. Matthijs interviewen kan alleen per mail. Het 'interview' van
De Volkskrant is geschreven op basis van 14 sms'jes en 45 e-mails, na een correspondentie van weken, soms elke dag een vraag, en per ommegaande een antwoord. Niet dat hij zich er verder niet mee bemoeit: Hij houdt graag de controle, en interviewen is iets anders dan zelf het onderwerp zijn van een interview. Zelfs gedurende de digitale gedachtenwisseling wil hij toch graag weten welke kant het opgaat met het niet-gesprek en hoe het een en ander uiteindelijk wordt vormgegeven. Net zoals Van Nieuwkerk een voorkeur had voor een fotograaf, een visagiste en een styliste en de plek waar in de krant het artikel precies zou moeten komen. Het verhaal gaat trouwens over Charles Aznavour, waarover Matthijs een boek schreef. Op de begrafenis van zijn
moeder werd Il Faut Savoir gedraaid, haar lievelingsnummer. Nergens vindt hij muziek zo mooi klinken als in auto's en op begrafenissen. Il faut savoir encore sourire - hij realiseerde zich toen hij daar stond, op de begraafplaats, meer dan ooit, hoe gelukkig deze zanger zijn moeder af en toe had gemaakt. Zodoende. En wat je ook nog leert uit het interview: de presentator woont in Almen, tussen de koeien, hakt zelf het hout voor de open haard en heeft een moestuin. Helaas is de sla dit jaar opgegeten door slakken.