Duncan Laurence heeft het nummer Arcade, waarmee hij het songfestival won, niet alleen geschreven. Sterker nog, producer Wouter Hardy heeft daar net zoveel aan bijgedragen. Maar hij kreeg stank voor dank.
"Ik zat in Tel Aviv op de tribune met mijn uitgever en met Joel Sjöö, die ook heeft meegeschreven aan
Arcade. Wij keken toe hoe Duncan won, maar waren niet welkom", vertelt hij
in het AD. "In de ‘green room’, waar de artiesten na het zingen heengaan, zat Duncans vriend op de bank en zijn visagist. Voor ons was er geen plek. In Liverpool zit ik volgende week gewoon naast Alika en ook in Rotterdam zat ik twee jaar terug naast Gjon, de Zwitser met wie ik
Tout l’Univers had geschreven. In Israël moest ik mijn eigen B&B zoeken en betalen. Duncan had geen oog voor me. Natuurlijk was het zijn winst en heeft hij het heel knap gedaan, alle lof daarvoor. Maar er heeft ook een liedje gewonnen en vergeet niet wie de makers zijn.’’
Er bleek ook een financieel conflict te spelen. "Dat het niet goed ging tussen Duncan en mij had alles te maken met een conflict over de rechten van Arcade. Als zo’n lied de studio verlaat, moeten er afspraken over royaltypercentages worden gemaakt en dat is niet eerlijk gegaan van de kant van Duncan en Ilse DeLange. Zij had intussen een eigen label opgericht waarop ze Arcade uitbracht. Heel erg slim, want zo verdient zij er het meest aan. Ik had met Duncan afspraken gemaakt over onze percentages, dat voorstel was naar Ilse gegaan, maar zij schrok daar blijkbaar van. Zij heeft mij dat toen stevig duidelijk gemaakt.’’
Hij legt uit hoe dat ging: "Ik ging met Duncan naar haar concert in de Ziggo Dome, we stonden op de gastenlijst en mochten backstage. Ik had daar heel veel zin in. Maar na het optreden kwamen we elkaar tegen en pakte ze me flink aan. Verbaal, maar ze greep ook mijn arm en kneep daar heel hard in. Ze vond het voorstel belachelijk en zei dat ik een mes in haar rug stak. Ze eiste dat ik omlaag ging. Ik was nog een groentje, keek heel erg op tegen de grote llse DeLange en wist niet wat me overkwam. Eenmaal buiten herinnerde ik Duncan aan onze onderlinge afspraak. Daar wist hij opeens niets meer van. Ik was helemaal in shock. ,,Gaan we dit nu zo doen? Echt?’’ Duncan is toen op de trein gestapt en ik stond daar helemaal alleen voor de Ziggo Dome. Ik heb huilend mijn ouders gebeld. Ik kom uit een hecht gezin, mijn ouders gaven me mee dat eerlijkheid en redelijkheid altijd voorop moeten staan. Dit soort spelletjes was ik totaal niet gewend.’’